In deze toelichting zijn de nu bekende risico’s benoemd en volgens een klassensystematiek gewogen en gewaardeerd.
Algemene uitkering uit het gemeentefonds
In de meicirculaire 2024 is de nieuwe financieringssystematiek vervroegd van 2027 naar 2024. Het betekent dat de koppeling van de jaarlijkse toe- of afname (accres) van het gemeentefonds aan de ontwikkeling van het bruto binnenlands product (bbp) per 2024 al is ingevoerd. Vanaf 2026 zien gemeenten echter de accressen dalen en zijn adequate oplossingen om deze tekortkomingen op te vangen nog niet bekend.
Kwantificering algemene uitkering uit het gemeentefonds | |
Kans | klasse 5 (1 keer per jaar: 90%) |
---|---|
Gevolg | klasse 3 (€ 100.000 - € 250.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 90.000 (90% x € 100.000) tot maximaal € 225.000 (90% x € 250.000) |
Informatiebeveiliging
Nederlandse gemeenten staan in toenemende mate onder druk van de dreiging van ransomware-aanvallen. Er is sprake van een toenemende scheefgroei tussen dreiging voor en weerbaarheid van de organisatie en haar informatie- en communicatiesystemen. Uit het dreigingsbeeld komt ‘de mens’ als grootste risico naar voren. Onbewuste en onbedoelde acties blijken een groter risico dan bewuste en gerichte aanvallen. Gemeenten zijn steeds vaker slachtoffer van hacking en de risico’s nemen toe. Als gemeentelijke organisatie heb je doorgaans te maken met drie kwetsbaarheden op het gebied van informatiebeveiliging en gegevensbescherming: de afhankelijkheid van de beschikbaarheid van informatie, vertrouwelijk karakter van informatie die in verkeerde handen kan vallen met schadelijke gevolgen hebben voor inwoners en ondernemers en het ontstaan van ontstaan van fouten in dienstverlening door een incident.
We zien een risico op ransomware-aanvallen en destructievere gevolgen. Daarnaast is er sprake van steeds meer en ernstigere kwetsbaarheden in hard- en software én gevaren in de ketens waarbij gemeenten vertrouwen er daarbij op dat de andere partijen hun informatiebeveiliging en privacy-maatregelen op orde hebben, maar dat is niet altijd zo.
Het onderzoek en de aanbevelingen van de Rekenkamer gevolgd door de nulmeting naar informatiebeveiliging in 2023 is voor ons aanleiding geweest in te zetten op beheersing van dit risico, maatregelen die in samenhang een bijdrage leveren aan het beheersen van informatiebeveiliging en het vergroten van de (digitale) weerbaarheid. Daartoe is een verbeterplan informatiebeveiliging opgesteld en wordt nu en in 2025 ingezet op strategisch informatiebeveiligingsbeleid en ook op bewustwording van onszelf. In 2025 gaan we verder met het ingezette leerplatform Arda om bewustwording ten aanzien van informatieveiligheid bij medewerkers, collegeleden en raadsleden te vergroten. Hiermee geven we gevolg aan een van de aanbevelingen van het Rekenkameronderzoek uit 2023.
De manier om als gemeente onze weerbaarheid te vergroten bestaat uit met zes succesfactoren: het investeren in de mens door het geven van trainingen, budget voor informatiebeveiliging en privacy, het nemen van noodzakelijke technische beveiligingsmaatregelen, het eigenaarschap management over informatiebeveiliging en gegevensbescherming, de organisatie van informatiebeveiliging (CISO, Privacy Officer en de Functionaris Gegevensbescherming) en het zorgen voor een veilige en open organisatiecultuur waarin men incidenten durft te melden.
Kwantificering informatiebeveiliging | |
Kans | klasse 1 (minder of 1 keer per 10 jaar) |
---|---|
Gevolg | klasse 3 (€ 100.000 - € 250.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 10.000 (10% x € 100.000) tot maximaal € 25.000 (10% x € 250.000) |
Droogteschade en bodemdaling
We ervaren steeds meer de gevolgen van klimaatverandering. Dat merken we aan de buien die heviger worden, aan de verschuivende neerslagperiode, de langere perioden van droogte en stijgende temperaturen. Het is daarom denkbaar dat hevige wind, zware buien, maar vooral droogte en de daarmee verbonden bodemdaling tot schades aan gemeentelijke eigendommen gaan leiden. Te denken valt aan waterschade in vastgoed, maar ook verzakking van wegen en paden, of schade aan gemeentelijke riolering. Bovenop onze reguliere beheeropgave kunnen we dus te maken krijgen met extra werkzaamheden of schadeposten.
Naar aanleiding van de verzakkingsschades in de wijk Middenveld hebben we, ter voorkoming van toekomstige schades ten gevolge van onze activiteiten, het Bouwprotocol ingevoerd. Ook al valt weliswaar niet uit te sluiten dat er schade ontstaat, worden hiermee wel de grootste risico’s die betrekking hebben op gemeentelijke bouwactiviteiten ondervangen.
Het gaat hier om schades die zijn terug te voeren op gemeentelijke activiteiten (en waar wij dus verantwoordelijk voor kunnen worden gehouden). Dit geldt dus niet voor schade aan woningen en ander particulier vastgoed door verzakkingen ten gevolge van bodemdaling door langdurige droogte.
Kwantificering droogteschade en bodemdaling | |
Kans | klasse 2 (1 keer per 5 à 10 jaar: 30%) |
---|---|
Gevolg | klasse 4 (€ 250.000 - € 750.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 75.000 (30% x € 250.000) tot maximaal € 225.000 (30% x € 750.000) |
Financiële gelijkstelling primair onderwijs (PO)
Op basis van artikel 142 tot en met 147 van de Wet op het primair onderwijs (WPO) dient een gemeentebestuur dat basisonderwijs in stand houdt, jaarlijks vast te stellen of er sprake is van overschrijding van de rijksvergoeding. Indien er meer uitgaven zijn geweest dat de ontvangen rijksvergoeding, dan is er sprake van een overschrijding. Deze overschrijding (meer uitgaven dan ontvangsten) dient proportioneel ook aan de scholen voor bijzonder onderwijs te worden doorbetaald. Veelal wordt een bedrag per leerling vastgesteld, die ook op basis van het leerlingenaantal van de bijzondere scholen wordt betaald. Hiermee wordt het openbaar onderwijs en het bijzonder onderwijs in eenzelfde gemeente gelijkgesteld. Tot en met 2005 is de financiële gelijkstelling afgehandeld. Voor de periode 2006-2010 heeft het college vastgesteld dat er geen sprake was van een overschrijding. Hiertegen loopt nog een bezwaar. De verwachting is dat het bezwaar in 2023 afgehandeld gaat worden. Daarna kunnen de periodes 2011-2015, 2016-2020 en 2021-2022 worden vastgesteld.
Omdat het openbaar primair onderwijs per 1 januari 2023 is verzelfstandigd komt vanaf die datum het risico van de financiële gelijkstelling formeel te vervallen. Echter, over de jaren 2011 t/m 2022 moet de financiële afrekening nog vast worden gesteld en daar kan nog een overschrijding en dus risico uit voort komen. Naar verwachting zal alles in 2023 definitief zijn afgehandeld. Het lopende bezwaar m.b.t. de financiële gelijkstelling is ingetrokken door het betreffende schoolbestuur. Hiermee is het risico in te schatten als laag.
Kwantificering financiële gelijkstelling primair onderwijs | |
Kans | klasse 2 (1 keer per 5 à 10 jaar: 30%) |
---|---|
Gevolg | klasse 5 (> € 750.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 0 tot maximaal € 750.000 |
Garantstellingen en waarborgfondsen
De gemeente heeft zich borg gesteld voor een aantal instanties voor het verstrekken van een geldlening. De gemeente loopt hierbij een risico als de verplichtingen door de geldnemer niet worden nagekomen.
De in het verleden afgegeven gemeentegaranties ten behoeve van door woningbouwcorporaties aangetrokken geldleningen zijn overgedragen aan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Hiervoor geldt een ander risicoprofiel. Corporaties die in de problemen komen dienen eerst het Centraal Fonds Volkshuisvesting voor financiële steun te benaderen. De borgstellingreserve van het WSW vormt de tweede zekerheid. De derde (tertiaire) achtervangpositie betreft een door het rijk en gemeenten (elk 50%) af te geven renteloze lening aan het WSW. Het risicoprofiel kan wijzigen indien door corporaties een toenemend beroep wordt gedaan op het WSW.
Kwantificering garantstellingen en waarborgfondsen | |
Kans | klasse 1 (minder of 1 keer per 10 jaar: 10%) |
---|---|
Gevolg | klasse 4 (€ 250.000 - € 750.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 25.000 (10% x € 250.000) tot maximaal € 75.000 (10% x € 750.000) |
Gegevensbescherming
De gemeente Noordenveld hecht veel waarde aan een betrouwbare dienstverlening, waarbij inwoners open en respectvol worden behandeld. Een cruciaal aspect daarbij is de bescherming van persoonsgegevens die de gemeente verwerkt. Alles wat de gemeente doet met persoonlijke gegevens moet aantoonbaar voldoen aan de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en de Wet politiegegevens (Wpg). Inwoners kunnen erop vertrouwen dat de gemeente zorgvuldig, transparant en vertrouwelijk omgaat met deze gegevens.
De gevolgen van een datalek (het lekken van persoonsgegevens) kunnen langdurig en ernstig zijn.
Voor een individu kan een datalek leiden tot identiteitsdiefstal, financieel verlies en schending van de privacy. Een datalek kan ook ernstige gevolgen hebben voor de gemeente, zoals het verlies van vertrouwen, imagoschade, juridische schade en financiële schade in de vorm het opleggen van een boete door de Autoriteit Persoonsgegevens (AP).
In 2025 wordt planmatig verder gewerkt aan de inbedding en uitwerking van de wetgeving, om daarmee de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en de Wet politiegegevens (Wpg) na te leven. Daarbij onderzoeken wij of we samen kunnen werken met omliggende gemeenten op het gebied van informatiebeveiliging & privacy, met als doel de slagvaardigheid te vergroten.
Tot slot is het vergroten van het privacy bewustzijn van medewerkers een cruciaal aspect bij het waarborgen van de bescherming van persoonsgegevens en informatiebeveiliging binnen de organisatie, zowel voor burgers als de medewerkers. Door middel van een bewustwordingscampagne met behulp van leerplatform Arda worden de kennis en vaardigheid op de werkvloer ook in 2025 voortdurend verbeterd.
Kwantificering gegevensbescherming | |
Kans | klasse 3 (1 keer per 2 à 5 jaar: 50%) |
---|---|
Gevolg | klasse 5 (> € 750.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 375.000 (50% x € 750.000) tot maximaal € 1.125.000 (50% x € 2.250.000) |
Grondexploitaties (inclusief Regiovisie)
De omvang van de risico’s met betrekking tot de actuele grondexploitaties is bepaald op € 1.050.000. Voor een toelichting op dit bedrag verwijzen wij naar de paragraaf Grondbeleid .
Verwachte druk op de reserve grondexploitaties neemt toe
In de risicoanalyse zijn de plannen/projecten die zich nog in de initiatieffase bevinden niet meegenomen, of waarvan op dit moment nog niet alle uitgangspunten helder zijn. Het is echter wel aanleiding om op dit moment, in aanvulling op de risicoanalyse, duidelijk te maken dat er meer dan een verwachting is dat deze projecten niet allemaal budgetneutraal zullen kunnen worden uitgevoerd, maar op een aantal punten een flinke inzet van middelen vragen. Daarnaast hebben we te maken met een zeer onzekere woningbouwmarkt, met een gestegen hypotheekrente en hogere en vooral onvoorspelbare bouwkosten. De betaalbaarheid van woningbouw staat onder druk en dit kan er mogelijk toe leiden dat projecten vertraging oplopen of zelfs bij voorbaat al niet haalbaar zijn.
Er zullen naar verwachting projecten komen met nieuwe risico’s en/of projecten waarbij het doen van (strategische) aankopen onvermijdelijk is om voortgang te kunnen realiseren.
Informatie- en communicatiesystemen
De technische ontwikkelingen gaan snel en dat heeft zijn uitwerking op informatie- en communicatiesystemen. Het gaat dan om vervanging van hardware, ver-clouding, onvoorziene stijging van licentiekosten anders dan reguliere indexverhogingen, onvoorziene investeringen in soft- en hardware, etc.
Kwantificering informatie- en communicatiesystemen | |
Kans | klasse 3 (1 keer per 2 à 5 jaar: 50%) |
---|---|
Gevolg | klasse 2 (€ 50.000 - € 100.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 25.000 (50% x € 50.000) tot maximaal € 50.000 (50% x € 100.000) |
Integraal huisvestingsplan (IHP) onderwijs
De gemeente is verantwoordelijk voor de huisvesting van scholen voor basis-,
speciaal basis-, voortgezet en speciaal voortgezet onderwijs die zijn gehuisvest op het grondgebied van de gemeente. Er vinden met regelmaat gesprekken plaats met de schoolbesturen over de nodige capaciteit van schoolgebouwen. Vanaf 2015 zijn de schoolbesturen integraal verantwoordelijk voor het gehele onderhoud. De gemeente blijft verantwoordelijk voor nieuwbouw en uitbreiding. In samenwerking met de schoolbesturen is een Integraal Huisvestingsplan (IHP) opgesteld. Hierin staan onder andere de ontwikkeling van diverse locaties. Bij in gebruik zijnde scholen zijn de schoolbesturen financieel verantwoordelijk en draagt de gemeente geen financieel risico. Als gevolg van het opgesteld IHP zal voor vrijkomende schoolgebouwen die niet langer nodig zijn voor onderwijs vroegtijdig naar een vervangende bestemming worden gezocht. Desondanks blijft er een behoorlijk risico, omdat het niet altijd eenvoudig is nieuwe gebruikers voor de vrijkomende gebouwen te vinden. Een vrijkomende locatie kan, indien passend, ook als inbreidingslocatie worden bestemd.
Door (steeds sneller en vaker) veranderende wet- en regelgeving worden de investeringen in het IHP ook steeds hoger. De verduurzamingsopgave is een van de oorzaken. Ook het steeds duurder worden van bouwmaterialen en stijgende lonen zijn hierop van invloed. Langere levertijden door de verduurzamingsopgave, de oorlog in Oekraïne en de excessieve stijging van de energieprijzen zijn belangrijke oorzaken.
Kwantificering integraal huisvestingsplan (IHP) onderwijs | |
Kans | klasse 3 (1 keer per 2 tot 5 jaar: 50%) |
---|---|
Gevolg | klasse 4 (€ 250.000 - € 750.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 125.000 (50% x € 250.000) tot maximaal € 375.000 (50% x € 750.000) |
Milieuverontreinigingen
Bedrijven moeten voldoen aan steeds strengere milieuwetgeving. Indien schade wordt toegebracht aan het milieu dan zullen zij de kosten voor de reiniging moeten betalen. Is de dader echter niet meer te achterhalen dan kan het zijn dat deze kosten voor rekening van de gemeente komen. De kosten van bijvoorbeeld bodem- of grondwatersanering kunnen hoog oplopen.
Kwantificering milieuverontreinigingen | |
Kans | klasse 3 (1 keer per 2 à 5 jaar: 50%) |
---|---|
Gevolg | klasse 3 (€ 100.000 - € 250.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 50.000 (50% x € 100.000) tot maximaal € 125.000 (50% van € 250.000) |
Ontwikkelingen Omgevingsdienst Drenthe
In Drenthe is sinds 1 januari 2014 de Omgevingsdienst Drenthe operationeel. De Omgevingsdienst Drenthe moet zich ontwikkelen tot een robuuste en toekomstbestendige organisatie, die zorg draagt voor het milieu in de Provincie Drenthe. Wij hebben als uitgangspunt gesteld dat ze financieel neutraal, dan wel voordeliger moet zijn dan de eerdere gemeentelijke opzet. Of aan dit uitgangspunt zal worden voldaan is afhankelijk van de uitvoering en de resultaten van voorgenomen veranderingen en ontwikkelingen.
Landelijke ontwikkelingen als de stikstofmaatregelen, de Omgevingswet en strengere eisen aan het energieverbruik hebben invloed op de taken die de Omgevingsdienst Drenthe voor onze gemeente uitvoert.
Kwantificering ontwikkelingen Omgevingsdienst Drenthe | |
Kans | klasse 4 (1 keer per 1 à 2 jaar: 70%) |
---|---|
Gevolg | klasse 2 (€ 50.000 - € 100.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 35.000 (70% x € 50.000) tot maximaal € 70.000 (70% van € 100.000) |
Publiek Vervoer
Betreft samenwerking van alle 22 gemeenten van Groningen en Drenthe, de provincies en het OV-bureau Groningen Drenthe op het gebied van onder andere lokaal vervoer en vervoer speciaal toegespitst op doelgroepen, zoals het Wmo- en leerlingenvervoer. De samenwerking moet publiek vervoer in de toekomst betaalbaar houden, duurzamer maken en de service aan de reizigers verder verbeteren.
Kwantificering Publiek Vervoer | |
Kans | klasse 4 (1 keer per 1 à 2 jaar: 70%) |
---|---|
Gevolg | klasse 2 (€ 50.000 - € 100.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 35.000 (70% x € 50.000) tot maximaal € 70.000 (70% van € 100.000) |
Sociaal domein
Bij de WMO, Jeugdwet en Participatiewet is er sprake van een zogenaamde openeinderegeling. Het blijft moeilijk te voorspellen hoeveel inwoners in een jaar een beroep gaan doen op deze regelingen. Dit brengt financiële risico's met zich mee. De financiële risico’s worden afgedekt met algemene reserve maar leggen wel een structureel beslag op de middelen. De omvang van de risico’s met betrekking tot het sociaal domein is per regeling becijferd op minimaal € 90.000 en maximaal € 225.000.
Kwantificering Sociaal Domein | |
Kans | klasse 5 (1 keer per jaar of >: 90%) |
---|---|
Gevolg | klasse 3 (> € 250.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 90.000 (90% x € 100.000) tot maximaal € 225.000 (90% x € 250.000) |
Toereikendheid voorzieningen
Er zijn voldoende onderbouwingen van het benodigde voorzieningenniveau aanwezig, desondanks kan vanwege onvoorziene omstandigheden of calamiteiten (zoals storm, waterschade en bodemdaling) het voorkomen dat de voorzieningen op enig moment niet toereikend zijn.
Kwantificering toereikendheid voorzieningen | |
Kans | klasse 3 (1 keer per 2 à 5 jaar: 50%) |
---|---|
Gevolg | klasse 4 (€ 250.000 - € 750.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 125.000 (50% x € 250.000) tot maximaal € 375.000 (50% x € 750.000) |
Veiligheidsregio Drenthe (VRD)
De Veiligheidsregio Drenthe (VRD) heeft de algemene reserve verlaagd naar 2,5%. De reserve is tevens alleen beschikbaar om loon- en prijsstijgingen op te vangen en is daarmee verworden tot een bestemmingsreserve. Het ongedekte deel van de risico's van de VRD, dat uitkomt op in totaal € 4.895.000 moet hierdoor bij de gemeenten in hun eigen weerstandscapaciteit worden verwerkt. Het risico VRD is daarom aan deze paragraaf toegevoegd.
Het ongedekte risicodeel voor Noordenveld komt uit op een bedrag van circa € 286.642, waardoor het risico in gevolgklasse 3 valt. Op basis van de risico-inventarisatie van de VRD concluderen we dat de gezamenlijke risico's van de VRD tot kansklasse 4 gerekend kunnen worden. Meer informatie over de risico's van de VRD vindt u in de begroting van de VRD.
Kwantificering Veiligheidsregio Drenthe (VRD) | |
Kans | klasse 4 (1 keer per 1 à 2 jaar: 70%) |
---|---|
Gevolg | klasse 3 (€ 100.000 - € 250.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 70.000 (70% x € 100.000) tot maximaal € 175.000 (70% x € 250.000) |
Wegenbeheer en groenbeheersplan
Voor het beheer van de openbare ruimte wordt gewerkt met een systematiek om de jaarlijkse benodigde budgetten in beeld te krijgen. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van beheerplannen en scenario’s uit de BOR-systematiek. De onderhoudssituatie van bepaalde wegen kan door veranderend gebruik en als gevolg van weersomstandigheden sneller achteruitgaan, waardoor versneld onderhoud moet worden uitgevoerd. Indien schade aan personen, voertuigen of gebouwen ontstaat door onvoldoende onderhoud aan infrastructuur kan een schadeclaim ingediend worden door de benadeelde persoon. Daarnaast bestaan de risico’s van schadeclaims door takbreuk en achterstallig onderhoud van speeltoestellen. Door bodembeweging, mede ingegeven door verdroging, kunnen schades en daarmee grootschalige reparaties ontstaan. Dit geldt voornamelijk voor wegen.
Kwantificering wegenbeheer en groenbeheersplan | |
Kans | klasse 3 (1 keer per 2 à 5 jaar: 50%) |
---|---|
Gevolg | klasse 3 (€ 100.000 - € 250.000) |
Kans x gevolg | minimaal € 50.000 (50% x € 100.000) tot maximaal € 125.000 (50% x € 250.000) |