Inleidend
- De gemeente ontvangt op drie tijdstippen in het jaar informatie van het Rijk over de uitkering uit het gemeentefonds: in mei op basis van de Voorjaarsnota, in september op basis van de Miljoenennota en in december, ter afronding van het lopende jaar, op basis van de Najaarsnota.
- Binnen het gemeentefonds is de algemene uitkering de grootste component. Het bedrag
aan algemene uitkering wordt verdeeld over de gemeenten via maatstaven, zoals het inwonertal en de oppervlakte van een gemeente, een aan de maatstaven gekoppeld gewicht (bedrag per eenheid) en de uitkeringsfactor (de voor alle gemeenten gelijke vermenigvuldigingsfactor). Die drie componenten zijn aan wijzigingen onderhevig.
- De ontwikkeling van het gemeente- en provinciefonds wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van het accres (jaarlijkse toe- en afname van het gemeentefonds).
- De koppeling van het accres aan de ontwikkeling van het bruto binnenlands product (bbp) is per 2024 vervroegd ingevoerd.